In Amsterdam wordt een bewaakt diamantentransport overvallen door een bende. Wanneer de verantwoordelijke criminelen hun commissie willen halen bij de opdrachtgevers, worden ze allemaal geëlimineerd. Allemaal, behalve undercover spion Rex Monroe. De diamantensmokkel brengt hem naar Spanje, alwaar de gevaarlijke gek Max Fischer de stenen nodig heeft voor een superkrachtige laser. Deze richt hij op een atoombom die de Fransen ergens in de Sahara hebben liggen. Rex moet dus de wereld gaan redden...
 

 

Net als in Mission Bloody Mary, een andere spionagefilm van Sergio Grieco, maken we een rondje Europa ten behoeve van een uiterst vergezocht spionnenverhaal. De film begint leuk met een achtervolging in de Amsterdamse grachten. Ook Rotterdam wordt nog even aangedaan. En wanneer in Nederland moeten er uiteraard zoveel mogelijk molens in beeld. Dat mag ik wel. Hierna verhuist de prent naar het buitenland en wordt onder meer Parijs aangedaan om te eindigen in Spanje, waar de confrontatie met de megalomane gek op het menu staat.
 

 

Verhaaltechnisch wekt de prent de suggestie dat de spion zelf ook niet weet waar hij allemaal in belandt, doch dat is maar schijn. De geheim agent blijkt een kolonel te zijn die het criminele meesterbrein al drie jaar in de smiezen heeft! Ik moet zeggen dat deze aanpak werkt. Enige geloofwaardigheid wordt erdoor naar de achtergrond verdrongen, maar de wendingen zijn daarom wel verrassend te noemen. En aangezien het leuke verrassingen betreft, dragen ze mijn goedkeuring weg. Roger Browne speelt bovendien op een aardige manier de spion, terwijl Franco Ressel lekker overdrijft als slechterik. En aan leuke dames is ook al geen gebrek.

Met een alleraardigst begin, een wat minder middenstuk en een heerlijk flauwe climax is dit een leuke 007 ripoff, zoals eigenlijk alleen Italianen ze konden maken.